Alle wegen leiden naar vergetelheid. Het is een tragische wet voor bijna alle schrijvers, en dan nemen sommigen nog onbedoeld het binnenpad ook. Zo zal de naam van schrijver, dichter, toneelauteur en essayist Bert Schierbeek bij de jonge garde nog weinig belletjes doen rinkelen. Deze literaire duizendpoot en virtuele eeuwling (op 28 juni 2018 zou hij honderd geworden zijn) was poëtisch de mindere van titanen als Claus en Lucebert, en op prozavlak viel natuurlijk niet te ontkomen aan de slagschaduw van de Grote Drie.
Niettemin pende Schierbeek een uit de kluiten gewassen oeuvre bijeen, waarvoor hij onder andere de Constantijn Huygensprijs kreeg – bezwaarlijk een literaire lilliputter te noemen dus.