De achterkant van De bevrijding

Literair leven na de oorlog

Scrollen

Inleiding

O

p 7 mei 1945 was het overal bekend: Duitsland had zich overgegeven, Nederland was bevrijd. Vreugde en opluchting waren de meest voorkomende emoties, zo ook bij Nederlandse schrijvers. Vreugde dat een periode van angst voorbij was, opluchting dat ze weer aan het werk konden, al zou het nog maanden duren voordat voedsel, elektriciteit, papier weer net zo vanzelfsprekend beschikbaar waren als voor de oorlog.

Maar er zijn ook andere verhalen, en daarover gaat het in deze online tentoonstelling. Sommige schrijvers waren veel kwijtgeraakt tijdens de oorlog, voor hen was ‘weer aan het werk gaan’ niet zo eenvoudig. Anderen hadden hun sympathie met de bezetter betuigd, en voor hen begonnen heel nieuwe problemen. En velen hadden geschipperd, gezocht naar mogelijkheden om in leven en aan het werk te blijven, en voor hen overheerste de onzekerheid. Zouden zij worden afgerekend op keuzes die zij tijdens de bezetting hadden gemaakt? Het zijn vragen die veel Nederlanders zich stelden, en die juist door schrijvers werden vastgelegd. 

Het verhaal van Henri Bruning vormt een rode draad. Hij was fout geweest en zijn vergeefse pogingen om de aansluiting met het literaire leven te hervinden zeggen veel over de manier waarop Nederland zijn kunst en cultuur probeerde te zuiveren van nationaalsocialistische sporen. Ook andere schrijvers komen in dit verhaal aan bod, soms kort, soms wat langer, om een breder beeld te geven van wat er met de literatuur gebeurde in de maanden nadat de vrijheid werd gevierd. 

Volgend hoofdstuk

Van veelbelovend naar fout: Henri Bruning, deel 1

Voor sommige schrijvers begon met de bevrijding juist de ellende. Het zijn pijnlijke verhalen, van schrijvers die aan de verkeerde kant van de geschiedenis bleken te hebben gestaan, en wier reputatie in een klap in duigen lag.

Hoofdstuk openen