Meer zien?
In de galerij zijn alle beelden bij dit onderwerp verzameld.
Bekijk nu alle beeldenThé Tjong-Khing heeft weinig met religie. Hij is niet gelovig opgevoed, in zijn jeugd werd hooguit met Chinees nieuwjaar de ‘barongsai’, het leeuwenkostuum, uit de kast gehaald. Zijn familie bezocht de tempel alleen bij calamiteiten. Thé: ‘Toen ik in Nederland kwam wist ik niet eens hoe je moest bidden. Ik heb er trouwens nooit wat van begrepen: dat mensen zo’n boek als de Bijbel aanbidden of heilig verklaren.’
Toch houdt hij van de verhalen uit het Oude Testament, vooral vanwege het menselijke karakter, de ruzies en de oorlogen. Driemaal illustreerde hij een kinderbijbel, steeds in een geheel andere stijl, maar de benadering bleef hetzelfde: alsof het gewone verhalen of legenden zijn.
De eerste kinderbijbel was Verhalen over God, de mensen en de wereld (1968) van Mathilde Roolfs. Thé zei erover, tien jaar na dato: ‘Zo’n lekker bloederig boek om te doen en de uitgeverij was dolgelukkig toen ik vertelde dat ik de Bijbel eigenlijk niet kende.’ Toch werd hij geplaagd door twijfels, en achteraf bezien kwam de opdracht te vroeg in zijn carrière. ‘Ik geloof ook niet dat de schrijfster blij met mij was, want ik moest heel veel overdoen. Ze leende mij boeken over Israël en liet mij zien hoe de tenten er daar uitzagen. Voor de aankleding heb ik veel gekeken naar de film The Ten Commandments. Mijn oudste zoon Markus stond model voor bijna alle kindertjes, hij had zo’n dikke bos haar.’
Thé werkte in die tijd nog met het penseel uit zijn stripperiode en zette de lijnen stevig aan. Vrouwen kregen volle dijen en wulpse rondingen, de mannen ruige baarden. De zwierige tekeningen ademen de sfeer van de jaren zestig en passen naadloos in de ontmythologiseerde Bijbelbenadering die toen in zwang was. Bij het verhaal over de uittocht uit Egypte maakte hij een kleurentekening, een lange stoet van gesluierde Israëlieten tegen het geel van de woestijn. Het is een prachtig sfeervolle optocht, maar het drama ontbreekt, vindt hij nu. ‘Eigenlijk zijn het meer Chinese penseeloefeningen.’
Samson en Delilah is zijn favoriete verhaal, vanwege de vertolking van Hedy Lamarr in de Hollywoodversie. Hij bezocht die film keer op keer in Bandung. In Verhalen over God, de mensen en de wereld tekende hij haar met hoog opgekamd haar: ‘Kennelijk verkeerde ik nog in de pin-upfase, kijk maar naar de veel te lange benen.’ Voor een tweede druk gaf hij geen toestemming. Uitgeverij Van Goor besloot het boek daarop te herdrukken zonder illustraties.
In de jaren tachtig werd Thé opnieuw gevraagd voor tekeningen bij het Oude Testament. Uitgeverij Querido had City of Gold van de Brit Peter Dickinson laten vertalen door Willem van Toorn en wilde daar graag illustraties bij. Thé verruilde zijn penseel voor een pen en ging nog een stap verder in het uitbuiten van het fijn gearceerde licht-donkercontrast waarvoor hij met Kleine Sofie en Lange Wapper al zoveel lof had geoogst. In De stad van goud en andere verhalen uit het Oude Testament (1987) tekende hij een onheilspellend donkere tuin van Eden en een wanhopige Samuel. De straffende hand van God brandmerkt Kain in zijn slaap.
De tekeningen in zijn meest recente kinderbijbel, Het grote avontuur van God en mens van Kolet Janssen (2004), vindt Thé het best geslaagd. Eindelijk kleur, grote onheilspellende zeeën, mensenmassa’s en stapels afgehakte ledematen. Hij speelt met lichtval en zet zijn eerste stappen richting verstilling. Daarmee snelt het boek vooruit op zijn latere illustraties bij Griekse mythen. Er is een grote rol weggelegd voor het landschap. Symbolisch verplaatst hij de put waarin Jozef wordt gegooid naar een hoek van de tekening en verbergt die onder palmboombladeren. Thé: ‘Het is een zonde en dat moet in het geniep. De rest van het blad bestaat uit kale woestijn, dat staat symbool voor de onschuld.’ Abraham die zijn zoon Isaac wil offeren, staat boven op een hoge rots, vertwijfeld en in diepe eenzaamheid.
In de galerij hieronder zijn alle beelden uit dit thema verzameld. Klik op de beelden om ze te vergroten.