De boekwinkel van Paramaribo


Wanneer we in Nederland denken aan de literatuur van de Caraïben, denken we aan romans van Frank Martinus Arion, Boeli van Leeuwen of Astrid Roemer. Maar in de lokale boekwinkel lag ook werk van heel andere schrijvers, in andere talen en andere genres. Een kleine bloemlezing. 

 

 

De eerste beperking ligt zo voor de hand dat je geneigd bent haar over het hoofd te zien: in Nederland verschijnt alleen wat in het Nederlands is geschreven. Bea Vianen, Edgar Cairo, Astrid Roemer, Frank Martinus Arion, Boeli van Leeuwen, Tip Marugg: dat zijn de grote namen, hun werk verschijnt ook bij Nederlandse uitgevers. De Bezige Bij publiceert in 1972 weliswaar een bloemlezing met de titel I sa man tratamara!? maar daarin staat maar weinig Sranan Tongo, en dat wordt ook niet vertaald, immers – aldus inleider Leo H. Ferrier, ‘uit de context blijkt steeds zeer duidelijk wat er bedoeld wordt’. 

 

Maar er is natuurlijk veel meer, en hoewel de literaire wereld van Suriname veel kleiner is dan die van Nederland, zijn er aardig wat schrijvers die geen Nederlandse uitgever hadden. Het eerste wat opvalt is dat er bij Surinaamse uitgevers relatief veel dichtbundels verschijnen; in zijn boek De Surinaamse literatuur 1970-1985 stelt Michiel van Kempen vast dat ‘het aantal poëzie-uitgaven groter is geweest dan het aantal proza-uitgaven’, en hij noemt het zelfs een ‘merkwaardig overwicht’. Dat kan verschillende oorzaken hebben – misschien dat poëzie dichter bij de orale traditie staat dan proza, maar Van Kempen wijst ook op het simpele gegeven dat (dunnere) dichtbundels goedkoper te produceren zijn dan romans.  

 

En dan speelt natuurlijk taal een rol: ook in Suriname verschijnt veel Nederlandstalig werk, maar er is ook veel literatuur die is geschreven in het Hindi en het Sranan Tongo, en die traditie dringt niet door tot de Nederlandse markt. Daarom hieronder een bescheiden bloemlezing van lokale uitgaven, met steeds een tekst uit de betreffende bundel. 

Vindu 

Bhai is het pseudoniem van James Ramlall (1935-2018), die zowel in Nederland als India studeerde en actief was in de onderwijspolitiek. Een grote naam in Suriname, in 1983 winnaar van de eerste Literatuurprijs van Suriname. Zijn bundel Vindu (1982) is Nederlandstalig. Een gedicht:

Buiten ritselen de bladeren 
Een zachte wind speelt 
Rondom het huis 
Binnen zit een vrouw 
De handen gevouwen in haar schoot 
Kijkt stil tevreden voor zich uit 
Haar gedachten gaan 
Naar hen die zijn 
Doch niet bij haar 
Maar wel in haar 
Aanwezig zijn 

Bloemen en vogels 

‘Bloemen en vogels’ heet deze bundel, die geschreven is in het Hindi. De dichter is Amar Singh Raman, zijn werk is niet in het Nederlands vertaald. De bundel begint met een korte biografie die vermeldt dat hij in 1932 werd geboren in Suriname, dat hij ernaar streefde de hindoeïstische traditie een stevige plek in Suriname te geven, en dat hij behalve poëzie ook toneel schreef. Dit is een vertaling van het openingsgedicht. 

Mooie vlinder 

Waarom ben je bang, mijn
kleine lieve vlinder? Je 
kleurrijke vleugels passen 
bij de bloemen. We weten niet 
op welke melodie je vliegt 
van tak naar tak? 
Maar vertel ons niet je geheimen 
Het is onze taak om te luisteren 
En te begrijpen 

Vogel op het licht 

Trudi Guda (1940) werd geboren in Suriname, studeerde in Utrecht en ging daarna terug naar Suriname, waar ze niet alleen dichter was, maar ook historisch onderzoek verrichtte. Inmiddels woont ze op Curaçao. Haar in het Nederlands geschreven gedichten getuigen van maatschappelijke betrokkenheid, haar taalgebruik is economisch te noemen. De dichter moet vooral goed waarnemen: 

Dichter 

Een bij 
boven de bloesem in de manjeboom 

Een visser 
hurkend op zijn vlot 
de monding uit naar zee 

zoekend, peilend 
het zuiverste 
helderste 
vruchtbare 
woord 

Honi godo 

Kinderen die nieuwsgierig meekijken terwijl er voorgelezen wordt, ze prijken op het omslag van Honi godo (‘bijenkorf’), een bundel met kindergedichten (‘Poewemaboekoe’) van Jozef Berrenstein (1917-1988) in het Sranan Tongo.  

Dowdropoe 

Joe e brenki leki sorfroe, 
Joe e koti faja leki djamanti, 
Joe moi leki den stari 
foe na fermamenti. 

Na neti joe e saka kon, 
Tapoe groen joe e tan sidon 
Joe e kowro na hati foe den bon 
Sondro joe dowdropo 
no wan pransoen sa kon 


Dauwdruppels 

Je druppels zijn als zilver 
Je licht breekt als door een diamant 
Je bent mooi als de sterren 
Aan het firmament 

Nadat de nacht is weggezakt 
Kun je onder het groen zitten 
Om verkoeling te zoeken voor de hitte 
Zonder jouw dauwdruppels 
Zou geen plant kunnen opkomen 

Getuige à decharge 

Een uitgave van De Volksboekwinkel. Dit boek plaatst, aldus de inleiding, de lezer 'in het hart van de Surinaamse maatschappij anno 1987’. Vier lange gedichten, grotendeels Nederlandstalig met enkele intermezzi in het Sranan Tongo van Orlando Emanuels (1927-2018), winnaar van de Surinaamse Staatsprijs voor Literatuur, voor de jaren 1986-1988.  

Zeg ik te veel 
als ik partij kies 
voor het stille blauw 
dat zo vroeg op de morgen 
door een gevechtsvliegtuig 
werd ontmaagd

Watrakan 

Een uitgave van Leo Victor, met gedichten van Johan Alphons Lenz (1945), die aan atletiek en voetbal doet en actief is in de vakbond, en zich heeft laten inspireren door de dichter R. Dobru, zo vermeldt de achterflap. Grotendeels in het Nederlands, met enkele gedichten in het Sranan Tongo. Liefdespoëzie (‘Mijn liefde is niet het Olympisch vuur / Toch blijft het branden’), natuurgedichten (‘Laat vooglen zingen vol kleur’) en ook betrokkenheid bij het nog jonge land, en dat alles in een soms verrassend traditionele taal 

Bouw 

Wie toch  
Moet bouwen aan ons Suriname  
Het Land vol kleur en fleur 
Waar eens volken samen kwaamt 

Fresko. leri mi de tra odo  

De bundel is opgedragen aan Dobru, ‘die mij in 1970 vier schoolagenda’s gaf om er gedichten te schrijven’: Fresko. leri mi de tra odo (Leer mij andere spreuken) van M.A. Slory. 48 pagina’s met meer dan 150 meestal zeer korte gedichten over de natuur, protest, Anansi, liefde en muziek. 

Mahalia Jackson, Gospelsong 

Na ini a fini sula 
fu wan sten 
watra e fadon 
go na ini a dipi. 
Un no man ori en, 
na a krakti fu a gron 
wani so. 

 

Mahalia Jackson, Gospelsong 

Een kleine stroom wordt groter 
De stem is  
als een waterval 
die zich in de diepte stort 
de wilskracht  
die uit de diepte komt 
is door niemand te weerstaan  

Aruming melathi  

In deze bundel presenteert de dichter Surianto (1937-2006) zich aan het Surinaamse publiek. De bundel is tweetalig, met een inleiding in het Javaans en het Nederlands. De dichter is van Javaanse afkomst, en werd geboren op de Surinaamse koffieplantage Johannesburg. De hele bundel is tweetalig, ‘aangepast aan de omstandigheden in de gemeenschap om de jongeren die over het algemeen het Nederlands bezigt, waardoor zij nog niet vlot zijn in het Javaans, te bereiken’. 

Kasmaran 

dina iki 
ora ana temban 
ngiringi angin sumribit 
méga klawu 
aku kasmaran 
srengéngé 
angin 
lalut 
lan kowé, Suriname 

 

Verliefd 

vandaag 
klinkt er geen lied 
dat de zachte wind begeleidt 
donkere wolken 
ik ben verliefd 
op de zon  
de wind 
de zee 
en op jou, Suriname  

 

(Vertaling: Batin Amatkoesmin) 

Atamygano Warery 

De Pyjai is een genezer uit de Caraïbische traditie. In de bundel Atamygano Warery zijn teksten van de genezer verzameld, letterlijk ‘Liederen van bezinning’. De gedichten hebben een genezende kracht en bieden toegang tot een mystieke wereld, beschrijft de inleiding van Nardo Aluman. Om ook de jongere generaties ermee vertrouwd te maken is de bundel tweetalig: gedichten in het Kari’na auran (letterlijk: taal van de Caraïben) en het Nederlands door elkaar. 

Het drinken van takina-sap behoort tot de inwijding van de pyjai 

Het is ongeloof’lijk 
maar toch is het deze, 
die de kracht bezig 
Men noemt mij wel eens  
‘de vlinder’ 

Surinaamse publicaties
Surinaamse publicaties

Alle thema’s

Terug naar het overzicht
Caraïbische Literatuur - De boekwinkel van Paramaribo - Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum
De boekwinkel van Paramaribo
Colofon Colofon

Literatuur en verantwoording

Vrijwel al het materiaal in deze tentoonstelling is ontleend aan het archief van Michiel van Kempen dat in 2022 werd verworven door het Literatuurmuseum. Tevens is gebruik gemaakt van een schenking van Lia van de Pas, die diverse in Suriname uitgegeven boeken naar het museum bracht.


Colofon

Onderzoek, samenstelling en teksten: Daan Cartens (‘Het gezag van Pos’), Bertram Mourits en Thalia Ostendorf.
Vertalingen: Bertram Mourits (tenzij anders aangegeven).
Redactie: Jennie Barbier
Eindredactie: Aafke van Hoof


Digitaal ontwerp: JUST
Beeld: collectie Literatuurmuseum
Foto’s archiefmateriaal: Michiel Spijkers