De kostuums van Thalia

 

Toneelgezelschap Thalia werd al in 1837 opgericht. Er zijn documenten bewaard gebleven uit de beginperiode: de oprichtingsakte, programma’s, typoscripten van toneel- en theaterstukken, scripts en ook prachtige originele kostuumtekeningen. Thalia heeft het moeilijk, maar komt er altijd bovenop. 

 

 

De agenda van Theater Thalia is anno 2023 vrijwel leeg – er zijn zalen te huren en het gebouw is in prima conditie, maar de oudste schouwburg in Suriname heeft het moeilijk. De coronapandemie heeft een flinke tik uitgedeeld en er zijn slechts incidenteel voorstellingen te zien.  

Aan de rijke geschiedenis ligt het niet: Thalia werd opgericht in 1837 en is daarmee een van de vroegste Surinaamse literaire instituties. De oprichtingsakte is bewaard gebleven en uit vroege documenten blijkt een voortdurende strijd om het voortbestaan. In 1845: ‘Om nu de weg van bezuiniging met genoegzame zekerheid in te slaan moeten de engagementen, in plaats van per jaar, per representatie worden aangegaan.’  

Toen al dus. In de negentiende eeuw was het een witte aangelegenheid, maar vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw ‘dekoloniseerde’ het theater: ‘de samenstelling van het publiek werd steeds breder en het repertoire Surinaamser’, aldus de website van het theater. De hoogtijdagen lagen in de tweede helft van de twintigste eeuw. Toen in 1967 Het hemelbed van Jan de Hartog werd opgevoerd (een vertaling van zijn stuk The Fourposter), was er veel aandacht voor het decor en vooral de kostuums.  

 

De regie was van Wim van Binnendijk, met kostuums van Thea Rubinstein. De schetsen die ze ervoor maakte zijn bewaard gebleven, inclusief stukjes van de stof die ze ervoor had gekozen. 

 

Vanaf 1972 werd het Doe-theater, de vereniging van Thea Doelwijt en Henk Tjon, een vaste bespeler van Thalia en werd het gebouw een bruisend centrum met een sterk politieke betrokkenheid. Zeker toen de onafhankelijkheid in aantocht was, speelden Thalia en Doe-theater een belangrijke rol bij de bewustwording. De meningen in Suriname waren verdeeld, Thalia was de plek voor de voorstanders. Daar kwam een einde aan toen de politieke verhoudingen begin jaren tachtig op scherp kwamen te staan: voor maatschappijkritische geluiden was steeds minder ruimte. Het Doe-theater maakte nog enkele kindervoorstellingen voor het min of meer uit elkaar viel, en het gebouw raakte verwaarloosd. 

 

Thalia kwam terug, en in januari 1982 was een renovatie voltooid. Het werd gevierd met een feestelijke opening, die werd verricht door André Kamperveen, de toenmalige minister van Cultuur, Jeugd en Sport. In de tekst van de speech klinkt optimisme door: ‘De 145 jarige beeldschone maagd Thalia bruist van plannen voor de toekomst!’  

 

Een paar voorbeelden: er is overleg met het Nationaal Ballet van Cuba, met de Nederlandse toneelgroep De Appel, het Corner Playhouse Theater in Los Angeles: kortom, de programmering van het heropende theater beloofde wat.  

<span class="caption"><i>De Koningin van Paramaribo</i></span>
De Koningin van Paramaribo

Veel van die plannen vonden geen doorgang, dit was niet het begin van een nieuwe bloeitijd, maar van een pijnlijke periode in de Surinaamse geschiedenis. Kamperveen, die in januari 1982 het verbouwde Thalia nog feestelijk had heropend, was aan het eind van dat jaar een van de slachtoffers van de Decembermoorden. 
 

Maar wederom: Thalia kwam terug. Aan het begin van deze eeuw werd De koningin van Paramaribo opgevoerd, gebaseerd op de roman van Clark Accord, in een bewerking van Heleen Kamperveen, schoondochter van André Kamperveen. Het theater bestond inmiddels 165 jaar en de nieuwe voorstellingen werden gebracht in het kader van de viering daarvan.  

Een nieuwe renovatie werd voltooid in 2011, op tijd voor de viering van het 175-jarig bestaan. Op het podium is eigenlijk alles mogelijk: een dansschool viert zijn verjaardag, Roué Verveer geeft er een voorstelling, er was in 2022 een toneelstuk te zien over racisme van toneelgroep Sambel Trasie, en de 185ste verjaardag is gevierd met muziek & comedy van Sally the Rising Star. Dus zelfs al heeft Thalia het soms moeilijk, je kunt ervan uitgaan dat Thalia de 200ste verjaardag gaat halen. 

‘Wi Mus’ span mek’ Thalia kan tan’: als we samenwerken, kan Thalia overleven

Alle thema’s

Terug naar het overzicht
Caraïbische Literatuur - De kostuums van Thalia - Literatuurmuseum / Kinderboekenmuseum
De kostuums van Thalia
Colofon Colofon

Literatuur en verantwoording

Vrijwel al het materiaal in deze tentoonstelling is ontleend aan het archief van Michiel van Kempen dat in 2022 werd verworven door het Literatuurmuseum. Tevens is gebruik gemaakt van een schenking van Lia van de Pas, die diverse in Suriname uitgegeven boeken naar het museum bracht.


Colofon

Onderzoek, samenstelling en teksten: Daan Cartens (‘Het gezag van Pos’), Bertram Mourits en Thalia Ostendorf.
Vertalingen: Bertram Mourits (tenzij anders aangegeven).
Redactie: Jennie Barbier
Eindredactie: Aafke van Hoof


Digitaal ontwerp: JUST
Beeld: collectie Literatuurmuseum
Foto’s archiefmateriaal: Michiel Spijkers